Afgestudeerd, wat nu?!

Afgestudeerd,

wat nu?!

In juni hoor je als bijna-afgestudeerde vooral twee dingen: “Hoe zit het met uw thesis?” en –dear God– “Wat gaat ge hierna doen?” Die eerste vraag doet wellicht al genoeg stress opborrelen, laat staan de tweede. “Help!”, want wat wil je nu met je toekomst? Wil je nog iets extra studeren of liever meteen aan het werk? En wat voor werk wil je dan doen? Blijf je dan thuis wonen of ga je een eigen stekje zoeken? Krijg je nog net geen zenuwinzinking? Je staat er natuurlijk niet alleen voor: STAN maakte voor jou deze handige checklist om je de weg te wijzen, yes das geire gedoan. Wie, wat, werk, waarborg? Met deze checklist zet je de eerste stappen naar een zelfstandig leven.

1. To work or not to work?

Als je meteen na je afstuderen aan het werk wilt, kan je je best inschrijven bij de VDAB als werkzoekende. Ook als je een deeltijdse job gevonden hebt, kan je dit best doen. Enkel zo heb je recht op verschillende uitkeringen. Je kan er ook voor kiezen om dit niet te doen, maar dan heb je ook geen recht op uitkeringen.

Als je je inschrijft als werkzoekende, start je beroepinschakelingstijd, een soort ‘wachttijd’. Dan heb je dus nog een heel jaar om een job te vinden, so no stress! Tijdens deze periode word je gezien als werkzoekende, niet als werkloos. Bovendien ondersteunt de VDAB je ook bij solliciteren.

En wat met je geliefkoosde studentenjob? Wie in eerste zit afstudeert, mag tot 30 september nog werken als jobstudent. Wie in tweede zit afstudeert, wordt nog als student beschouwd tot je je inschrijft bij de VDAB: vanaf dan begint jouw ‘wachttijd’.
Weet je nog niet waar je überhaupt wil solliciteren? De VDAB heeft een heel nuttige oriëntatietest, die aangeeft welke jobs bij jou passen.
Check ook onze concrete sollicitatietips.

2. Mag ik nog op vakantie?

Vanaf dat je werkt bij je eerste job, heb je een beperkt aantal vakantiedagen. Dit aantal is ook anders in elke sector en hangt ook af van wanneer je begint te werken. Als je jonger bent dan 25 wanneer je begint te werken, heb je recht op jeugdvakantiedagen. Dat kan tot maximaal 4 weken zijn! Je moet het wel zelf aanvragen op de website van de RVA.

© Fien Dierckx

3. Administratieve rompslomp

Heel eerlijk: administratieve shizzle is zowat het laatste waar je je mee wilt bezighouden tijdens de existentiële crisis die afstuderen is. Maar het hoort er nu eenmaal bij, it’s part of the grown-up life. Als je deze 3 dingen in orde brengt, heb je het voornaamste al gefixt!

Kinderbijslag / Groeipakket

Als je studeert, krijgen je ouders kinderbijslag, dat heet nu groeipakket, tot jij 25 kaarsjes uitblaast. Wanneer je stopt met studeren, stopt ook het groeipakket. Je ouders hebben nog 12 maanden recht op dat geld nadat jij stopt met studeren. Als je als werkzoekende helemaal alleen woont en gedomicilieerd bent op dit adres, kan je het groeipakket ook zelf ontvangen. Dan moet je dit aanvragen bij de gemeente en maken ze een nieuw dossier voor je op.
Ziekenfonds
Wanneer je ouder dan 25 bent, werkt of al langer dan een jaar werkzoekende bent, moet je je aansluiten bij een ziekenfonds. Dat is verplicht, want zo ben je verzekerd voor medische verzorging. Je kan zelf kiezen bij welk ziekenfonds je je inschrijft. Check hier de keuzegids en een lijst met opties.
Zorgverzekering
Ook een zorgverzekering is verplicht in het Vlaams Gewest voor iedereen die ouder is dan 25. Een hospitalisatieverzekering en een aanvullende verzekering zijn belangrijk, maar niet verplicht.

4. Hotel Mama of huurmania?

Als je bent afgestudeerd, moet je ook afscheid nemen van het kotleven, je kan niet meer wonen onder een studentencontract. Er zijn verschillende dingen die je kan doen, maar hou altijd je domicilie in het achterhoofd.

Ten eerste kan je natuurlijk bij je ouders blijven wonen. Dan blijf je daar gedomicilieerd en ontvangen zij gewoon nog het kindergeld tot je 25 of tot je begint te werken.
Ten tweede kan je alleen gaan wonen: zo kan je een huurcontract afsluiten met een appartement via een immokantoor. Let wel op: veel verhuurders vragen een loonbrief als bewijs voor een stabiel inkomen. Moeilijk als je nog maar net werkt. Als je een appartement huurt voor jezelf, wordt dit je hoofdverblijfplaats en moet je je daar domiciliëren.
Een derde optie is cohousing: dit is wanneer je met verschillende mensen een appartement of huis deelt met gemeenschappelijke ruimtes. In Antwerpen is er een levendige cohousing cultuur: het kan even duren tot je de ideale match met huisgenoten hebt gevonden, maar er zijn veel opties. Via verschillende Facebookgroepen kan je in contact komen met cohousings waar een plekje vrijkomt! De groepen ‘Samenhuizen/ Co-housing Antwerpen’ en ‘Co-housing Antwerpen’ hebben de meeste leden. Vraag wel telkens voor een contract en kijk na of domicilie verplicht is.

5. Ik weet nog niet wat ik wil, wat nu?

Onze generatie heeft veel opties: die vrijheid is heerlijk, maar de keuzestress is intens. Misschien wil je nog wel iets bij studeren, of vrijwilligerswerk gaan doen in het buitenland. Misschien kan je niet wachten op die financiële onafhankelijkheid, of misschien cringe je bij het idee van een 9 to 5! Elke optie heeft zijn voor- en nadelen. Als je enkel wilt verder studeren, zodat je niet moet gaan werken, denk dan twee keer na of je nog genoeg motivatie hebt om je te smijten voor een extra diploma. Speel je met het idee van een gap year? Weet dan ook dat je minder structuur en houvast zal hebben.

Je staat op een kruispunt en kan verschillende wegen inslaan: jij bepaalt jouw toekomst. Wat je ook doet, neem vooral je tijd om na te denken over wat jij wilt en maak geen overhaaste keuzes. En wanneer de stress te veel wordt, weet dan ook dat geen enkele keuze definitief is. Je eerste job hoeft niet je laatste te zijn. Een misgelopen kans opent misschien een deur naar een nieuwe mogelijkheid. One way or another, you will get there! 
Nog interessante nieuwsberichten